Preoperatief

In deze infofolder wordt er meer uitleg gegeven over het verloop van een chirurgische ingreep. 

Hierbij wordt een letsel weggesneden en vervolgens verstuurd om verder onder de microscoop na te kijken. 

 

De huid wordt eerst ontsmet , vervolgens d.m.v. inspuitingen rond het letsel verdoofd en vervolgens uitgesneden en gehecht.

In de meeste gevallen betreft het een kleine ingreep, d.w.z. dat een letsel weggesneden wordt waardoor een defect ontstaat dat eenvoudig kan gesloten worden door het aanbrengen van een reeks hechtingen. 

Bij een grotere ingreep ontstaat een defect dat niet door eenvoudige hechtingen kan gesloten worden maar waarbij er huid die verschoven of elders op het lichaam dient weggehaald te worden.

 

Het is in beide gevallen belangrijk om te weten of u medicatie gebruikt die de neiging tot bloeden verhoogt, of u lijdt aan bepaalde aandoeningen. Daarom wordt u gevraagd onderstaande vragen en aanbevleingen goed te lezen. 

De grotere ingrepen worden in het ziekenhuis uitgevoerd .

 

 

 

Er wordt bij u een excisie (uitsnijden) van een huidletsel gepland :

-de voorbereiding :

Graag vernemen we van u het volgende :

  1. Uw voorgeschiedenis : aan welke ziektes u lijdt vnl hart, lever,  nier, bloedziekten, volgt u dialyse , heeft u een hartklep ? bent u getransplanteerd ? heeft u een pacemaker? Voorkamerfibrilatie? Veneuze thrombose?……defibrillator ? Prothese?…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
  2. Uw medicatiegebruik : …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  3. Of u allergisch/overgevoelig bent voor kleefpleisters, antibiotica, ontsmettingsmiddel (isobetadine, chloorhexidine) , verdoving (xylocaine) en/ of latex. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………     
  4. Indien u bloedverdunners neemt , dag voordien stolling laten controleren bij de huisarts (aan de huisarts vragen het resultaat door te sturen naar dr.Kerre) INR liefst lager dan 2  bij hoger dan 2.5 wordt de ingreep mogelijk uitgesteld.   



GELIEVE DIT BLAD AAN DE DOKTER TE BEZORGEN VOOR DE INGREEP

DR KERRE DR VANDER HULST DR VAN AERDE GIJMELSESTEENWEG 14 A GELIJKVLOERS 3200 AARSCHOT

OF VIA MAIL DERMATOLOGIEAARSCHOT@GMAIL.COM     

 

 

 

 

-dag van de ingreep :

U kan op de dag van de ingreep gewoon eten.

U kan uw vaste medicatie innemen, enkel voor bloedverdunners (oa aspirine, asaflow, NSAID, clopidogel  (plavix) , pradaxa,xarelto, eliquis, marcoumar, heparines ) wordt vooraf afgesproken of en hoelang vooraf u dient te stoppen.

Neem vooraf een douche en was uw haar. Geen cosmetica,  geen crèmes aanbrengen in het gebied van de ingreep.Geen juwelen dragen. Draag makkelijke kledij , best iets met knopen of een rits en dus niet iets dat over het hoofd dient getrokken te worden.

-de ingreep :

Eventueel worden wat haren weggeknipt , de huid wordt ontsmet en verdoofd (lokaal met inspuitingen).

De ingreep verloopt dan nl pijnloos, voelt u toch iets dan vermeldt u het onmiddellijk.

De huid wordt ingesneden , bloedvaten worden afgeklemd, geschroeid of afgebonden.

De huid wordt gesloten eventueel met huid die verschoven wordt of van elders gehaald wordt (bv hals achter het oor).Er wordt een stevig drukverband  aangebracht dat u best zo lang mogelijk ter plekke laat (best tot verwijdering van de hechtingen).

-na de ingreep :

U mag meestal onmiddellijk naar huis.

Vaak is er niet veel pijn, heeft u die toch dan best paracetamol ( maximaal 2 stuks van 500 mg 3 maal daags). Er mogen geen andere pijnstillers gebruikt worden.

Werden u Antibiotica voorgeschreven dan neemt u deze zoals vermeld.

Nabloeding treedt soms op , best dan met een propere doek gedurende enige tijd stevig blijven drukken op de wonde .Blijft het bloeden dan neemt u contact op met de dokters in Aarschot of , bij een grote ingreep uitgevoerd in het Imeldaziekenhuis , via het ziekenhuis  (015/50 51 11).Na de ingreep kan er zwelling optreden vooral rond de ogen , meestal is dit geen reden tot ongerustheid.

Na de ingreep kan er een  blauwe verkleuring optreden; deze trekt meestal na verloop van tijd weg. Hierbij kan de bloeding afzakken naar lagere huidzones  (bv van voorhoofd naar de kin)

De eerste 3 dagen zorgt u ervoor dat de wonde niet nat wordt , daarna eventueel kortdurig nat maar geen bad of zwembad of sauna tot de hechtingen verwijderd worden.

Ontstaat er oplopende pijn, wordt de wonde rood , krijgt u koorts , begint de wonde te etteren dan

-dag van de ingreep :

U kan op de dag van de ingreep gewoon eten.

U kan uw vaste medicatie innemen, enkel voor bloedverdunners (oa aspirine, asaflow, NSAID, clopidogel  (plavix) , pradaxa,xarelto, eliquis, marcoumar, heparines ) wordt vooraf afgesproken of en hoelang vooraf u dient te stoppen.

Neem vooraf een douche en was uw haar. Geen cosmetica,  geen crèmes aanbrengen in het gebied van de ingreep.Geen juwelen dragen. Draag makkelijke kledij , best iets met knopen of een rits en dus niet iets dat over het hoofd dient getrokken te worden.

-de ingreep :

Eventueel worden wat haren weggeknipt , de huid wordt ontsmet en verdoofd (lokaal met inspuitingen).

De ingreep verloopt dan nl pijnloos, voelt u toch iets dan vermeldt u het onmiddellijk.

De huid wordt ingesneden , bloedvaten worden afgeklemd, geschroeid of afgebonden.

De huid wordt gesloten eventueel met huid die verschoven wordt of van elders gehaald wordt (bv hals achter het oor).Er wordt een stevig drukverband  aangebracht dat u best zo lang mogelijk ter plekke laat (best tot verwijdering van de hechtingen).

-na de ingreep :

U mag meestal onmiddellijk naar huis.

Vaak is er niet veel pijn, heeft u die toch dan best paracetamol ( maximaal 2 stuks van 500 mg 3 maal daags). Er mogen geen andere pijnstillers gebruikt worden.

Werden u Antibiotica voorgeschreven dan neemt u deze zoals vermeld.

Nabloeding treedt soms op , best dan met een propere doek gedurende enige tijd stevig blijven drukken op de wonde .Blijft het bloeden dan neemt u via het ziekenhuis met ons contact op (015/50 51 11).Na de ingreep kan er zwelling optreden vooral rond de ogen , meestal is dit geen reden tot ongerustheid.

Na de ingreep kan er een  blauwe verkleuring optreden; deze trekt meestal na verloop van tijd weg. Hierbij kan de bloeding afzakken naar lagere huidzones  (bv van voorhoofd naar de kin)

De eerste 3 dagen zorgt u ervoor dat de wonde niet nat wordt , daarna eventueel kortdurig nat maar geen bad of zwembad of sauna tot de hechtingen verwijderd worden.

Ontstaat er oplopende pijn, wordt de wonde rood , krijgt u koorts , begint de wonde te etteren dan

Bij ingrepen met gering bloedingsrisico dient een behandeling met orale anticoagulantia in principe niet te worden onderbroken. Bij ingrepen met hoog bloedingsrisico worden bij patiënten met gering risico van trombo-embolie, de orale anticoagulantia verder gegeven, maar in lagere dosis; bij patiënten met hoog risico van trombo-embolie dienen ze tijdelijk vervangen te worden door heparine. Behandeling met anti-aggregantia wordt één week vóór de ingreep onderbroken.

Ingreep  bloedingsrisico Anticoagulantia Acetylsalicylzuur clopidogel
Klein Niet stoppen Niet stoppen Stop 1 week voordien,na enkele dagen herstart
Hoog en klein risico embolie Verder , 5 dagen  lagere dosis Niet stoppen idem
Hoog en hoog risico embolie Stop 3 dagen  en heparine Niet stoppen Idem
         


Bij invasieve ingrepen met hoog risico van bloedingscomplicaties, zal het te volgen beleid afhangen van het risico van trombo-embolie.

  • Bij patiënten met gering risico van trombo-embolie wordt de dosis van het oraal anticoagulans 4 à 5 dagen vóór de ingreep verminderd, ten einde een INR tussen 1,5 en 2,0 te bekomen.
  • Bij patiënten met hoog risico van trombo-embolie wordt de behandeling met orale anticoagulantia enkele dagen vóór de ingreep tijdelijk gestopt. Het is niet bewezen dat progressief stoppen van de orale anticoagulantia te verkiezen is boven plots stoppen. De orale anticoagulantia worden vervangen worden door niet-gefractioneerde heparine intraveneus of een heparine met laag moleculair gewicht subcutaan; hoelang vóór de ingreep dit dient te gebeuren, hangt af van de halfwaardetijd van het gebruikte oraal anticoagulans. De toediening van heparine wordt dan 4 à 6 uur vóór de ingreep gestopt, en zo vlug mogelijk na de ingreep hernomen. De orale anticoagulantia worden ten vroegste 24 uur na de ingreep opnieuw gestart. Anti-aggregantia worden één week vóór de ingreep gestopt, en enkele dagen nadien opnieuw gestart.